Kasgeldlimiet
Regelmatig stellen we liquiditeitsprognoses op. Op basis van deze prognoses trekken we leningen aan.
Het is voor de gemeente niet mogelijk om overtollige gelden uit te zetten bij banken. Deze overtollige gelden moeten verplicht worden overgeboekt naar het Rijk. Op het moment dat we de gelden weer nodig hebben, wordt het teruggeboekt. Dit noemen we schatkistbankieren.
De kasgeldlimiet is een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal 2021 bedraagt € 81,4 miljoen, waarmee de kasgeldlimiet uitkomt op € 6,9 miljoen.
Over 2021 betekent dit dat de gemeente gemiddeld per kwartaal maximaal € 6,9 miljoen aan kortlopende gelden mag opnemen. Dit is een totaalbedrag voor alle rekening-courant saldi bij de banken samen. Komt de gemeente voor een periode langer dan drie kwartalen boven dit bedrag, dan moet dit worden omgezet in een langlopende lening.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat we het gehele jaar ruim binnen de kasgeldlimiet zijn gebleven.
Onderstaande tabel geeft het verloop van de kasgeldlimiet weer (x € 1.000)
|
---|