Paragrafen

Transities

Beleid en financiën

Rekeningresultaat sociaal domein

Rubrieken

Rekening 2020

Begroot 2021 (stand NJN)

Jaarrekening 2021

Resultaat 2021

Jeugd

9.877.000

10.237.000

9.676.000

561.000

Wmo HH

4.361.000

4.435.000

4.770.000

-335.000

Wmo BEG

3.583.000

3.919.000

3.410.000

509.000

P - wet

774.000

1.021.000

680.000

341.000

Wmo voorzieningen

1.086.000

1.098.000

1.352.000

-254.000

Totaal Sociaal domein

19.681.000

20.710.000

19.888.000

822.000

(Nog te) ontvangen beschermd wonen

-237.000

0

-705.000

705.000

Totaal resultaat

19.444.000

20.710.000

19.183.000

1.527.000

Bestemming resultaat

Programma resultaat

705.000

Reserve Sociaal Domein

822.000

Totaal

1.527.000

 

2021 sluit af met een positief resultaat van afgerond € 1,5 miljoen ten opzichte van de begroting. De totale uitgaven in het Sociaal domein 2021 liggen ruim € 200.000 hoger dan in 2020. De begroting 2021 is in de najaarsnota 2021 met ruim € 1 miljoen naar boven bijgesteld op basis van de werkelijke uitgaven in 2020 en een inschatting van de kostenstijgingen in 2021. Daarnaast is sprake van een niet begrote bijdrage van afgerond € 700.000 vanuit centrumgemeente Assen als voordeel op de uitvoering van Beschermd wonen.
Deze bijdrage zal worden ingezet als financiële onderbouwing voor het versterken van de positie van onze kwetsbare inwoners, waaronder de doelgroep voor Beschermd wonen. Daarvoor wordt een samenhangend pakket aan maatregelen opgesteld.
De komende jaren moet blijken in hoeverre corona effect heeft gehad op het gebruik van voornamelijk Wmo- en Jeugdvoorzieningen en daarmee de omvang van de uitgaven.
Verderop in deze paragraaf staat per beleidsterrein een toelichting opgenomen op het financiële resultaat.

Programma sociaal domein
In 2021 is het Programma Sociaal Domein voor een groot deel in een afrondende fase gekomen. Vanuit het programma is inhoudelijk en financieel een bijdrage geleverd aan het Jeugdbeleid en het Wmo-beleid. Het Doorbraakbudget voor jongeren en de subsidie ‘Jeugd start op’ die vanuit het programma zijn ontwikkeld lopen door ook na de programmaperiode. Evenals het project Kansrijke Start. De pilot voor de POH-er heeft als resultaat dat er in 2021 structureel POH-ers zijn aangesteld in onze gemeente. Ook de pilot arbeidsmatige dagbesteding is gestart in samenwerking met Stark, met eind 2021 vijf deelnemers. Een derde pilot in het programma is het onderdeel ‘pilots in de dorpen’.  Met Witteveen is in september 2021 een convenant afgesloten. Daarmee kan het dorp voor een periode van drie jaar werken aan de sociale cohesie in het dorp, de afstemming tussen formele en informele zorg en preventie. Ook voor de inloopvoorziening in het Annie Londohuis en met Dorpszorg Hooghalen zijn afspraken gemaakt voor continuïteit in 2021 en 2022. Daarnaast zijn onze interne werkprocessen verbeterd onder andere door het vaststellen van herijkte verordeningen en beleidsregels Jeugd en Wmo en het herijken van de werkprocessen.
Er is vanuit het programma gewerkt aan kwaliteit en ontwikkeling in het sociaal domein. Daarbij is datagedreven werken een onmisbare pijler geworden.. Met datagedreven werken kunnen we betere prognoses maken voor de begroting en de kwartaalrapportages. Er is voor ondersteuning van de samenwerking (tussen onze systemen) een eenvoudig datawarehouse aangeschaft. In toenemende mate krijgen we inzicht in het verloop van zorgpaden en de financiën. Er wordt samengewerkt met de regio NMD voor een betere afstemming tussen de data. Datagedreven werken zal niet eindigen na afronding van het programma. Voor de afronding van het programma Sociaal Domein; de eerste fase hebben wij de raad begin 2022 een evaluatie gezonden.
In 2021 is met zowel een ambtelijke als een bestuurlijke taskforce gewerkt aan een sluitende begroting voor 2022. Mede op basis van landelijke ontwikkelingen én de lokale situatie is in onze gemeente een aantal maatregelen ontwikkeld voor meer grip op de kosten in het sociaal domein. Om een samenhangend pakket te maken is het programma Sociaal Domein een tweede fase ingegaan onder de werknaam Grip op de Kosten. Het programmaplan is aan de raad toegezonden.

Wmo beleid
In onderstaande tabellen en grafieken staan de uitgaven en het verzilveringspercentage op basis van aantal geïndiceerde (beschikte) voorzieningen Wmo opgenomen, gevolgd door een toelichting.

Verzilvering totaal WMO per kwartaal (betreft zorg in natura)

Aantal unieke cliënten WMO en het aantal afgegeven indicaties

Op het gebied van de Wmo zien we:

  • Een nagenoeg gelijkblijvende hoeveelheid indicaties op het gebied van begeleiding en dagbesteding;
  • Een toenemend aantal indicaties Hulp Bij het Huishouden. Deze toename is mogelijk te verklaren door
    • De aanzuigende werking van het abonnementstarief De eerdere verwachting dat het aantal indicaties stabiliseert is niet uitgekomen, met name door het volgende punt.
    • Een toename is in onze gemeente door de vergrijzing. Ook in het landelijke Wmo voorspelmodel zien we dat de vergrijzing de komende jaren blijft zorgen voor een toename van het aantal indicaties.
  • Een mogelijke verklaring voor de toename van het aantal materiele voorzieningen is ook gelegen in een toenemende vergrijzing in onze gemeente.
  • De stijging in kosten is vooral gelegen in het feit dat we als gemeente conform de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële tarieven betalen aan zorgaanbieders waardoor het tarief in 2021 gestegen is ten opzichte van 2020.

Financiën Wmo
In onderstaande tabellen staan achtereenvolgens de uitgaven Wmo hulp bij het huishouden, Wmo begeleiding en Wmo voorzieningen opgenomen met een korte toelichting daarop.

Wmo HH

Rubrieken

Begroot 2021

Jaarrekening 2021

Afwijking t.o.v. begr 2021

Jaarrekening 2020

Afwijking t.o.v jr 2020

HH Zin

4.540.832

4.721.916

-181.084

4.408.575

-313.341

HH PGB

124.987

87.148

37.839

123.827

36.679

Overige kosten

118.846

159.845

-40.999

125.939

-33.906

Eigen bijdrage

-350.000

-198.746

-151.254

-297.500

-98.754

Totaal

4.434.665

4.770.163

-335.498

4.360.841

-409.322

De toename in het aantal indicaties zien we terug in de financiën. De uitgaven zorg in natura zijn hoger dan de in de najaarsnota bijgestelde begroting (gebaseerd op de uitgaven 2020 + 3%). De hoger dan begrote overige kosten worden veroorzaakt door uitgaven aan coronacompensatie. Dit betreft niet gerealiseerde omzet. De eigen bijdrage blijft achter bij de begroting.
Het aandeel PGB neemt zoals verwacht iets af.

Wmo Begeleiding

Rubrieken

Begroot 2021

Jaarrekening 2021

Afwijking t.o.v. begr 2021

Jaarrekening 2020

Afwijking t.o.v jr 2020

Wmo BEG Zin

2.816.673

2.515.390

301.283

2.583.586

68.195

PGB BEG

652.961

434.212

218.749

633.943

199.731

Overige kosten

449.094

460.465

-11.371

365.353

-95.112

Totaal

3.918.728

3.410.066

508.662

3.582.881

172.814

Wmo beschermd Wonen

0

-705.257

705.257

De uitgaven zorg in natura lijken – gelijk het aantal indicaties – te stabiliseren. In de najaarsnota 2021 is op basis van de eerste 2 kwartalen van 2021 nog rekening gehouden met een stijging van 3% en is een bedrag van € 155.000 uit het corona compensatiepakket toegevoegd aan het budget. Ook hier neemt het aantal pgb’s af. De overige uitgaven zijn licht overschreden. Dit betreft onder meer de bijdrage aan het samenwerkingsverband NMD en het mantelzorgcompliment. In de bijdrage aan de NMD zit nog een onzekerheid over de berekening van de bijdrage van de gemeenten aan het innovatiebudget. Hierover komt in de loop van 2022 naar verwachting meer duidelijkheid. De uitgaven aan mantelzorgcomplimenten is de afgelopen jaren gestegen van aanvankelijk € 50.000 naar € 80.000 nu. Op dit niveau lijkt het te stabiliseren.

Wmo Voorzieningen

Rubrieken

Begroot 2021

Jaarrekening 2021

Afwijking t.o.v. begr 2021

Jaarrekening 2020

Afwijking t.o.v jr 2020

Uitkering woonvoorzieningen

260.000

372.629

-112.629

221.441

-151.188

Uitkering vervoersvoorziening

369.698

248.573

121.125

445.432

196.859

Uitkering hulpmiddelen

450.000

577.953

-127.953

392.912

-185.041

Overige kosten

17.895

152.190

-134.295

26.239

-125.951

Totaal

1.097.593

1.351.345

-253.752

1.086.024

-265.321

De uitgaven aan Wmo voorzieningen zijn in 2021 behoorlijk gestegen. Ondanks de bijstelling van de begroting in de najaarsnota is er – met uitzondering van de vervoersvoorzieningen - sprake van een overschrijding van de begrote budgetten. In 2021 is een bedrag van € 116.750 betaald aan coronacompensatie voor voornamelijk vervoersvoorzieningen (niet verreden ritten op basis van peiljaar 2019). Dit verklaart de overschrijding van het budget aan overige kosten.

Jeugd
In onderstaande tabellen en grafieken staan de uitgaven en het verzilveringspercentage op basis van aantal geïndiceerde (beschikte) voorzieningen opgenomen, gevolgd door een toelichting.

Verzilvering Jeugd ( zorg in natura)

Aantallen unieke cliënten jeugd en het aantal afgegeven indicaties

Op het gebied van Jeugd zien we een lichte afname van het aantal cliënten ten opzichte van 2020. De mogelijke verklaringen hiervoor zijn:

  • De invoering van de wet wijziging woonplaatsbeginsel Jeugdwet. Door deze wetswijziging is de woonplaats van een aantal jeugdigen met indicatie gewijzigd. Hierdoor zijn er in Midden-Drenthe meer jeugdigen verhuisd uit onze gemeente naar een andere gemeente dan vice versa.
  • Ook de invloed van het voeren van preventieve gesprekken door het CJG en de POH Jeugd hebben naar wij denken een verminderend effect op het aantal jeugdigen met indicaties.
  • Een aanvullende verklaring is mogelijk de beperking in het totaalaanbod in de jeugdhulp door krapte op de arbeidsmarkt en het aanbod van bepaalde producten waar landelijk een beperking in is te zien (bijvoorbeeld de jeugd GGZ).
  • De stijging in kosten is vooral gelegen in het feit dat we als gemeente conform de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële tarieven betalen aan zorgaanbieders waardoor het tarief in 2021 gestegen is ten opzichte van 2020.

Financiën jeugd

Rubrieken

Begroot 2021

Jaarrekening 2021

Afwijking t.o.v. begr 2021

Jaarrekening 2020

Afwijking t.o.v jr 2020

Jeugd Zin

8.826.070

8.510.124

315.946

8.569.000

58.876

PGB

437.412

405.001

32.411

434.731

29.730

Overige kosten

973.460

760.877

212.583

873.128

112.251

Totaal

10.236.942

9.676.002

560.940

9.876.858

200.856

In lijn met de hierboven geschetste ontwikkelingen in 2021 wijken de uitgaven zorg in natura in 2021 positief af ten opzichte van de bijgestelde begroting en vallen deze zelfs iets lager uit dan de uitgaven in 2020. Op het moment van de bijstelling van de begroting – gebaseerd op het jaar 2020 en de eerste twee kwartalen in 2021 – was het effect van deze ontwikkelingen nog niet in beeld. In Q4 van 2020 en Q1 van 2021 was nog sprake van een toename in het aantal toewijzingen en declaraties.
Net als bij de Wmo is ook bij de jeugd sprake van een lichte afname van het aantal PGB’s.
Het positieve resultaat op de overige kosten wordt veroorzaakt door het saldo van diverse kleinere posten. De uitgaven binnen het CJG vallen per saldo € 50.000 lager uit. Daarnaast is sprake van voordeel door het vrijvallen van een transitorische (balans)post (nog te betalen 2020) ter hoogte van € 85.000.

Participatiewet

Inleiding en arbeidsmarkt

Net als in het derde kwartaal, kenmerkt het vierde kwartaal van 2021 zich door een daling in het werkloosheidspercentage, met een lichte stijging in december. Het werkloosheidspercentage is de werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Als je kijkt naar het landelijke, regionale en Midden-Drentse werkloosheidspercentage zie je een zelfde soort trend in afname van de werkloosheid. Wat daarbij opvalt is dat de werkloosheid in Midden-Drenthe lager is landelijk/regionaal.


Figuur 1: WW-percentage landelijk, regionaal en gemeente Midden-Drenthe. Bron: Dashboard WW-uitkeringen (werk.nl)


Figuur 2: Ontwikkeling lopende WW uitkeringen gemeente Midden-Drenthe. Bron: Dashboard WW-uitkeringen (werk.nl)

De volgende ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in 2021:
Ontwikkelingen

  • 2021 stond wederom in het teken van een wereldwijde coronacrisis. In 2021 zagen we, tegen alle verwachtingen in, een daling van het aantal bijstandsgerechtigden.
  • De regering heeft extra middelen beschikbaar gesteld om de arbeidsmarkt (vanwege de coronacrisis) vitaal te houden. Eind 2021 is het Regionale Mobiliteitsteam (RMT) operationeel geworden: een samenwerking tussen de noordelijke arbeidsmarktregio’s. Deze middelen en inzet zijn bedoeld om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden, maar worden breder ingezet om tegelijkertijd ook een uitdaging aan te pakken die al langer bestaat: de mismatch tussen werkzoekenden en vacatures.
  • In 2021 is een start gemaakt met de aanpak gericht op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid: er is een plan opgesteld waarbij de inzet vooral gericht is op het intensiveren van wat we al doen voor onze jongeren.
  • In de tweede helft van 2021 is de nieuwe re-integratienota ‘Re-integratie werkt voor iedereen 2021 - 2026’ vastgesteld. Het eerdere re-integratiebeleid is aangepast naar landelijke en regionale ontwikkelingen.
  • In 2021 hebben we, middels het actieplan ‘Versterking integratie en participatie statushouders’ en een project extra ingezet op de ondersteuning van (vrouwelijke) statushouders.
  • 2021 hebben we gebruikt om ons voor te bereiden op de nieuwe inburgeringswet die op
    1 januari 2022 in werking is getreden.
  • De pilot ‘Zinvol participeren bij Stark’ is gestart in de tweede helft van 2021 en loopt tot 1 september 2022. De raad is per brief geïnformeerd over de eerste positieve terugkoppelingen.
  • Corona heeft een grote impact op jongeren. Met name op het gebied van werk en ontwikkeling. Het afgelopen jaar hebben we extra aandacht besteed aan deze groep, onder andere door het ‘Actieplan versterking positie Midden-Drentse jongeren tijdens en na corona’ én is er – in het kader van voorkomen van jeugdwerkloosheid – een actieplan voor jongeren opgesteld.  
  •  

6.2. Monitor Participatiewet (aantal uitkeringsgerechtigden)
In onderstaande tabel is het aantal actieve uitkeringsgerechtigden per kwartaal in 2021 weergegeven. Het gaat hier om de bijstandsgerechtigden (regulier, IOAW en IOAZ) én de mensen vanuit Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en duurzaam verblijf die een zak- en kleedgeld uitkering van onze gemeente ontvangen. De inwoners die zak- en kleedgeld ontvangen hebben geen re-integratieverplichting, maar tellen wel mee in het aantal uitkeringen.

Het algemene beeld is dat we in het vierde kwartaal van 2021 (opnieuw) een daling van het aantal uitkeringsgerechtigden zien.

Deze tabel is exclusief uitkeringsgerechtigden onder de IOAZ en IOAW.
In de grafiek wordt het aantal arbeidsontheffingen getoond ten opzichte van het aantal uitkeringsgerechtigden. Hierdoor ontstaat een overzicht van het aantal bemiddelbare inwoners in de totale caseload richting (vrijwilligers) werk. De inwoners die een ontheffing van de arbeidsplicht hebben, worden minimaal één keer per jaar gesproken door een consulent werk. Deze consulent werk beoordeelt (eventueel samen met het UWV) of de arbeidsontheffing omgezet wordt in een arbeidsverplichting of dat er wederom een ontheffing volgt.


In bovenstaande grafiek is het aantal statushouders weergegeven. Deze statushouders ontvangen een uitkering van de gemeente Midden-Drenthe en vallen daarmee ook onder de uitkeringsgerechtigden die zijn weergegeven in grafiek met actieve uitkeringsgerechtigden.

We zien een lichte stijging in het aantal statushouders. Zoals in de derde kwartaalrapportage aangegeven is de druk op de asielzoekerscentra groot en heeft het Ministerie gemeenten opgeroepen om de gekoppelde statushouders zo snel mogelijk in de gemeente te huisvesten. Dit maakt dat we in het vierde kwartaal een lichte stijging zien in de doelgroep statushouders. Naar verwachting blijft deze doelgroep de komende maanden stijgen.  

In onderstaande grafiek worden de aantallen beschut werk in Midden-Drenthe weergegeven.

Van de 14 mensen die werkzaam zijn op basis van een indicatie beschut werk op grond van de Participatiewet zijn er 12 binnen Stark en 2 buiten Stark (i-Werk) geplaatst.

6.3 Financiën re-integratie

Rubrieken

Begroot 2021

Jaarrekening 2021

Afwijking t.o.v. begr 2021

Jaarrekening 2020

Afwijking t.o.v jr 2020

P - wet Stark

372.294

175.790

196.504

102.015

-73.775

P- wet re-integratie

648.939

504.486

144.453

671.505

167.020

Totaal

1.021.233

680.276

340.957

773.520

93.245

De GR Stark heeft ondanks corona een goed jaar gedraaid. Daarnaast is er in 2021 sprake van een aantal incidentele voordelen (ontvangen UWV uitkering, verkoopresultaat pand en niet volledig bestede coronacompensatie) in 2021. Uitgaande van de maximale gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort van € 2 miljoen, is in 2021 sprake van een positief resultaat binnen de GR Stark van €  1.6 miljoen.
Hiervan wordt – op voorstel van het bestuur van de GR - een bedrag van € 1,1 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserve ten behoeve van de nieuwbouw (€ 401.000) en de algemene bestemmingsreserve (€ 699.000) in verband met toekomstige onttrekkingen om de gemeentelijke bijdrage niet te verhogen
Het restantbedrag van € 0,5 miljoen vloeit terug naar de gemeenten. Voor Midden-Drenthe is dit een bedrag van € 79.149. Via een bestemmingsvoorstel in de gemeentelijke jaarrekening willen we dit bedrag bestemmen voor extra ondersteuning aan bijstandsgerechtigden bij Stark. Het overige voordeel vloeit voort uit een – achteraf bezien – te hoge raming van het budget. Bij het opstellen van de beleidsbegroting 2021 was sprake van een gemeentelijke bijdrage aan de GR Stark van ruim € 350.000.
Het voordeel op re-integratie betreft het saldo van diverse voor- en nadelen op re-integratie kosten. Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door lager dan begrote uitgaven aan maatwerktrajecten, opleiding en trajecten bij Stark.

Deze pagina is gebouwd op 02/09/2023 15:16:01 met de export van 02/09/2023 15:06:00